NS hoeft voorlopig nog geen concurrentie te vrezen op het Nederlandse hoofdspoor. Ook als de rechter de vervoervergunning voor de belangrijkste spoortrajecten terugdraait, mag NS nog gewoon treinen laten rijden. Dat hebben de regionale spoorbedrijven laten weten tijdens een zitting bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), waarin zij het monopolie van de NS op het hoofdrailnet aanvechten.

Eind 2023 gunde het vorige kabinet de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet opnieuw aan de Nederlandse Spoorwegen (NS). Hierdoor mag NS tot en met 2033 reizigers vervoeren op de belangrijkste spoortrajecten in Nederland. De regionale vervoerders verzetten zich hiertegen.

Maar als het CBb de vergunning terugdraait, zullen de regionale vervoerders zich neerleggen bij een ‘noodconcessie’ voor NS. “Het is niet onze bedoeling om chaos op het spoor te creëren”, zei advocaat Marc Kuijper namens de regionale vervoerders, waartoe onder meer Arriva, Connexxion, Keolis, het Duitse Flixbus en de Europese belangenclub AllRail behoren.

Eerder dit jaar liet de Europese Commissie weten niet te accepteren dat Nederland het belangrijkste binnenlandse treinverkeer voor de komende jaren aan NS gegund zou worden zonder openbare aanbesteding.

Nederland moest daar vervolgens opnieuw uitleg over geven, omdat de Commissie al eerder had aangegeven dat deze gunning in strijd is met EU-regels. De demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen liet toen weten bij het standpunt te blijven dat het contract met NS legitiem was.

Volgens de Commissie worden concurrenten zoals Arriva en Keolis benadeeld. Ze stelt dat Nederland de concessie breder had moeten aanbesteden en dat delen commercieel geëxploiteerd hadden kunnen worden.

LEES OOK: Brussel blijft moeilijk doen over gunning hoofdrailnet aan NS – Nederlandse regering houdt voet bij stuk